| 
      
    Ons schip voer die avond en nacht door het 
Suez-kanaal, ‘south bound’. Overdag bloedheet, de Bittermeren, en ’s nachts bar 
koud; dat is het verraderlijke, die afkoeling.  
De Arabische loods zat prinsheerlijk op de brug op de speciale hoge stoel en de 
schijnwerper op het voordek bescheen beide oevers… in konvooi. Indrukwekkend! Ik 
genoot altijd van die doorvaart ’s nachts door het Suez-kanaal maar menigeen 
verafschuwde deze lange uren. Als stuurman op de brug en in de machinekamer 
beneden Wtk Kees Draaijer (die aan boord op technisch gebied alles uitgevreten 
had wat verboden was) maar voor mij was die Wtk een genie… hij had dan ook niet 
voor niets de bijnaam ‘LAMPIE’ gekregen (zoals het assistentje van de 
stripfiguur Willie Wortel). 
De Arabische loods vond dat het Suez - zoeklicht iets hoger en breder moest 
schijnen, dus probeerde ik via de draaitelefoon (we hadden toen nog geen 
walkietalkie) Wtk Draaijer op de bak te bereiken…geen gehoor! Het was bar koud 
die avond en ik dacht, als wachtdoend stuurman, die vent voor op de bak is vast 
bevroren of you never know.‘Kapitein’ vroeg ik, mag ik even naar voren, ik krijg 
geen contact. Goed, stuurman, en daar ging ik als een speer de trappen af, het 
donker in, rennend over het stuurboorddek naar voren, trap op naar de bak, langs 
het ankerspil en riep ‘Kees, Kees’. No reply. Zie je wel, dacht ik, hij is 
bevangen door de kou… maar ik had geleerd ‘zoekt en gij zult vinden’… dus zoeken 
stuurman! Uiteindelijk vond ik de beste man, hij zat heerlijk warm onder de bak, 
verscholen tussen de trossen, wintercoat aan, met een thermoskan koffie! Hij 
keek mij stomverbaasd aan. Kees, zei ik, potver… ik dacht dat je dood was. Nee 
hoor, zei hij heel laconiek, ik zit hier best!… Naar boven zei ik, ‘het licht 
staat niet goed’ volgens die Arabier op de brug. ‘No problem’, zei Kees en de 
lichtspreiding werd veranderd.  
Terug op de brug kreeg ik een compliment van de loods en het schip vervolgde 
haar weg door het Suez-kanaal. Ik ben op mijn ‘dek- en brandronden’ nog even 
naar voren geweest, nu rechtstreeks onder de bak en daar lag Lampie heerlijk te 
slapen op de trossen, als kampeerbedje, en een stuk zeildoek als kussen! Ik heb 
toen niets meer gezegd, ja hij ademde, godzijdank en ik kon later op de brug met 
een gerust hart invullen ‘ALLES WEL’! 
  |