REISVERHALEN --> Allerlei

Verhalen1 Inspectie VNS Westplein 14
Verhalen2 Werklust
Verhalen3 De Nadagen van de VNS
Verhalen4 Waarom een zeeman ?
Verhalen5 Nieuwe uitdaging
Verhalen6  
inspectie

INSPECTIE VNS WESTPLEIN 14 Willem Oranje

naar boven


Veel valt er te vertellen over het Scheepvaartkwartier* maar wij gaan vandaag een bezoek brengen aan de Inspectie VNS waar we beslist bekenden zullen ontmoeten.
Het pand ‘Rust Plaets’ werd in 1879 als woning gebouwd en na de oor­log betrokken door de Mariniers en de Inspectie. Nu, geheel onder, woont de familie Lablan, de huisbewaarder, die we niet willen storen en gaan direct de stenen trap op, de marmeren gang in. Links achter de deur zetelt de kassier voor uitbetaling gages. Maar eerst melden aan de overzijde afd. Bemanningszaken bij de heer Starinck (later de heer Kok). Zeer waarschijnlijk verschijnt eerst het gezicht van Teun Stip of Henk Overbeeke, Dirk Spruit of Hans van Lien achter het loketje. Overwerk wordt hier berekend, het is maar dat je dat weet. In de achterkamer zit de heer Visser, want hij is tenslotte Hoofd Bemanningszaken, beoordeelt conduitestaten en beziet ernstig strafregisters.
We gaan de mooie houten trap op en treffen daar de heer Geldtelder, Piet van Gulik en Rinus van de Ree aan: Nautische Zaken. De bureaus van Hans Sizoo en Reichgelt zijn onbemand, beiden zitten vanmiddag aan boord van de Leiderkerk in de Rijnhaven. Daar komen we warempel 1e Stuurman Dekker tegen, net terug van een reisje Zonnekerk. In de andere kamer bespreekt de heer Disselkoen met iemand van het expertisebureau de stranding van de Lieve Vrouwekerk op de Vliehors, niet storen dus. Ook de heer Braaksma heeft proble­men zegt hij; ‘Bevroren leidingen van de opgelegde Almkerk in de Rijnhaven.’ Hij krijgt adviezen van de Technische Dienst, de heer Smit. Een afdeling met Dick de Bruine, Sparreboom, Piet Grootveld, Vogelzang en Jaap van de Meer. Walling Zoethout is met verlof. Henk Hengeveld en Jan van Sintruyen zijn naar Niehuis & Van de Berg, Werf Waalhaven. Jammer maar wat wil je, zonnig weer, 20 graden, een uitermate nautisch-technisch weertje vandaag. Rolf Koch legt net de telefoon neer, even vragen: ‘Ben je thuis nog ergens mee bezig?’ ‘Met een aquarel van de Oldekerk, bijna klaar en binnenkort te zien op de Inspectie.’ Even langs Nieuwbouw, heer Everaars en Van Halderen, een ruimte waar plannen gemaakt worden ‘Nieuwe S-Kerken Theo?’
Boven aan de trap staat juffrouw De Neeve. ‘Prima en thuis gaat het ook goed.’ Dan komen we op de afd. Inkoop en Suppletie met als hoofd de heer Koos Fabry, als inkopers en suppliers Willem Mientjes, Leen Koopmans en Thomas Braacx, die lege stoel is van mij. In de achterkamer zitten de heer Versfeld en oud-hoofdmachinist Opa Kruis de inventarisboeken dek- en machinedienst bij te werken. De laatste is iemand van de zeer lange deining dus knopen we maar geen praatje aan. In de tussenkamer (aquarium) zit de Chef de Bureau heer J. van Nieuwkerk zeer waarschijnlijk over z’n pensioen te dromen, hij reageert totaal niet op ons bezoek. ‘Nog drie maandjes Janus.’
De laatste trap maar op. Afdeling Correspondentie, Hans Noordergraaf met drie lieve typistes. De heer Muusers probeert het nieuwe dekselse fotokopieerapparaat uit en is even nu niet aanspreekbaar. De zolder met opslagruimte en magazijntjes is rommelig, een zooitje en de pantry is dicht, laat dus maar. Naar beneden, maar voor we naar buiten gaan, onder de woning van de familie Lablan is nog een ruimte, de voormalige wijnkelder. Na de oorlog werd deze afgesloten, hier bevonden zich de gevangeniscellen van de bezetter. Scheepvaartkwartier was spergebied weet je, in de Veerhaven lagen verscheidene oorlogsschepen.
Ik geloof dat we de meeste mensen hier nu wel hebben gezien, alhoewel ik er toch nog een paar gemist heb, waar was bijvoorbeeld Wim van Male?
We gaan de buitenlucht in naar het Koetshuis, afd. Bemanning van de heer Kros en z’n trawanten. Daaf Snelleman, Jaap Linge en Arie Bleecke stellen de bemanningslijsten samen voor matrozen en monsteren. Daaf is altijd in voor een geintje dus pas op je woorden. Arie is specialist in het shanghaien van dronken matrozen uit diverse kroegen en andere etablissementen in de omgeving. Gevaren moet er worden dus geen gedonder.
Civiele Dienst. Als het om ernstige zaken gaat, krijg je met de heer Kuin te maken. De heer Maasdijk is de specialist voor de fijne menukaart, maar meestal word je te woord gestaan door Hans Douma of Flip Guns. ‘Goeie reis meneer Van de Akker’, ‘Prettig verlof meneer Temmink.’ Zo gaat dat daar.
Waar een lichtmatroos of gezagvoerder niet omheen kan is onze Dokter Louwerier met blonde Heleen als assistente. Ieder heeft zo z’n gemengde gevoelens over dit tweetal. Het Koetshuis is ook aardig bemand nietwaar? We hebben dorst gekregen en dat valt in deze buurt wel te verhelpen. Het pad af (echt, het heet Westmaaslaan!), maar wie komt daar nog aanslenteren? Ondanks de temperatuur met hoed en regenjas? Jawel, onze enige bedrijfsrechercheur, de heer Van Waas. ‘Ook goeie middag.’ Zo, op naar de Atlanticcorner, we laten ons niet verder ophouden. Verdraaid, daar zitten wtk De Haan en Stuurman Hessels achter een flinke pils.

* Het Scheepvaartkwartier, Parel aan de Maas. ISBN 90-288-1288-1 door Herman Romer. Uitgeverij Europese Bibliotheek Zaltbommel.

werklust

WERKLUST P.N. Joon

naar boven


In de krant las ik de aankondiging van de faillissementsverkoop van de boedel van Werklust B.V. uit Apeldoorn. Daar verdwijnt weer een stukje van ‘mijn’ VNS-verleden, dacht ik. Dat kan er ook nog wel bij: VNS-gebouw Rijswijk, VNS-flat Dordrecht en nu dan Werklust weg. Wat doet nu een machinefabriek uit Apeldoorn in dat rijtje? Dat zit zo: In de ontwerpfase van de W-kerken wenste de VNS nogal wat nieuwigheden te realiseren. Een daarvan was een romp met per ruim drie luikopeningen naast elkaar en ook nog eens op de grootste breedte van het schip! Onderdekruimte was uit den boze. Alle lading moest rechtstreeks in het luik geplaatst kunnen worden. Het leek op een dialoog tussen ‘Kappie’ en ‘de Meester’. Wat Kappie wilde was volgens de Meester technisch niet mogelijk. Zo’n ‘open’ schip was niet te construeren, want dat zou nooit voldoen aan sterkte-eisen.
Voor de ‘luikenboeren’ was een open schip natuurlijk goud. Een zo’n luikenboer, Mac Gregor, werd in Nederland vertegenwoordigd door Ingenieursbureau De Vlieger. De Vlieger was een bijzonder man. Hij placht scheepsbouwopdrachten te bemachtigen door na een bezoek bij de reder op zijn hotelkamer vliegensvlug het gewenste schip te tekenen. Dit werd dan de andere dag, inclusief prijs etc, kant-en-klaar weer aan de reder aangeboden. Zijn unieke werkwijze leverde hem vele opdrachten op. Hij zag kans een algemeen plan met grootspant van een romp te tekenen, zoals de VNS beoogde. Geen ‘artist’s impression’ maar een met B.V.-goedkeuring. Daarmee werd de doorbraak bij het bouwbureau mogelijk en werden de W-kerken ‘open’ schepen. Mac Gregor voelde zich daardoor natuurlijk eerste keus voor de levering van de hydraulische luiken. Zo zelfs dat hun offerte te veel naar boven afweek van hetgeen andere leveranciers boden. Als modus om de prijs in lijn te brengen bood Mac Gregor aan om Werklust-plunjers toe te passen. De hydraulische luiken van de W-kerken hebben een scheepsleven lang zonder noemenswaardige problemen gewerkt is mij verteld.

nadagen

DE NADAGEN VAN DE VNS .... H.van der Vliet

naar boven


Op 2 januari 1968 reisde ik voor de eerste maal vanuit mijn woonplaats Bussum naar Rotterdam en betrad opnieuw na een aantal jaren het V.N.S.-kantoor aan de Veerhaven, uiteraard met gemengde gevoelens. De verhuisdozen waren ons al voorgegaan, maar ik droeg nog wel twee weekendtassen met papieren van de laatste dag in het Afrikahuis. De eerste die ik in dat gebouw tegen het lijf liep was een oude bekende, Piet Gelauf, de nestor van het team ladinginspecteurs: ‘Gelukkig Nieuwjaar en de beste wensen’ mompelde ik. ‘Heb je het nog niet gehoord?’, antwoordde hij, ‘vannacht is John Heyt met zijn hele gezin in de voorhaven van Schiedam in het water gereden en verdronken.’
De twee tassen met papieren vielen met een plof uit mijn hand. John Heyt, een H.W.A.L. collega, die ik tijdens zijn vakanties wel eens verving omdat hij onze enige ladinginspecteur was; die ik bovendien nog kende uit mijn varenstijd want ook hij kwam bij de V.N.S. vandaan. In zijn vrije tijd was hij de succesvolle coach van het honkbalteam van Sparta. Het was ook na afloop van de nieuwjaarsreceptie van Sparta dat hij misleid door een dikke mist en de duisternis, te water was geraakt met vrouw en dochter. Je probeert het te bevatten en je vloekt, de klap kwam hard aan. Diezelfde avond vergezelde ik directeur Nico Hansen voor een condoleancebezoek bij de moeder van John Heyt; de gehele familie was daar voltallig aanwezig en totaal verslagen. De begrafenis had, zoals dat heet, onder grote belangstelling plaats zowel van H.W.A.L. als van Spartazijde.
Eenmaal per jaar wordt ook nu nog in de honkbalwereld het John Heyt toernooi georganiseerd ter herin­nering aan deze markante persoonlijkheid. Ik hoor soms de afloop via de Wereldomroep in het sportjournaal.
Een triest begin van een nieuw jaar, als Amsterdammers voel­den wij ons bovendien niet erg op ons gemak. Wij waren zoiets als een etnische minderheid en boordevol met gevoelens van on­lust. Maar het moet worden gezegd dat de Rotterdamse colle­ga’s alles deden om ons op te vangen. Achteraf denk ik wel eens dat als Rotterdammers naar Amsterdam hadden moeten ver­huizen de inte­gratie heel wat minder soepel zou zijn verlopen.
De V.N.S. had net de eerste W-kerken in de vaart gebracht; een van de stuur­lieden maakte tijdens de maidenvoyage een 8 mm film en had daarbij nadrukkelijk ook dat gefilmd wat nog niet klopte. Het was een geheel nieuw type schip met heel toeganke­lijke ruimen bedoeld voor het ‘unitload-concept, waarbij de lading op pallets aangeleverd zou worden en beschermd met krimpfolie. Omdat dit ook zou kunnen werken in het verkeer naar West-Afrika had de nieuwe directie ook H.W.A.L.- mensen uitgenodigd om die filmopnamen te komen bekijken. Men had er hoge verwach­tingen van die ook wel uitgekomen zijn, hoewel al spoedig weer ingehaald door het ‘containerconcept’.
Van de beelden die op het projectiescherm verschenen, herinner ik mij het dekwassen waarbij bleek dat de spuigaten zodanig waren aangebracht dat een flink deel van het water pas weg zou kunnen vloeien als het schip zou willen meewerken door op het juiste moment lichtjes te slingeren.
Ook het overnemen van de loods via de jakobsladder, die wel ongewoon lang was vanwege de hoge boorden, kwam kritisch in beeld. Wat vooral ook werd benadrukt door een ingelaste tekst die luidde: ‘En toen was eindelijk de loodsladder weer binnen.’
Op zulke momenten kwam onze frustratie ook nadrukkelijk naar buiten door luid en smakelijk te lachen. Dat de directie daar in het geheel niet op reageerde toont aan dat men ons ruim de gelegenheid gaf om af te reageren. Het getuigde van een groot psychologisch inzicht.
Onder de V.N.S. zou al snel afgestapt worden van de ooit door de S.M.N. bedachte formule van twaalf kleinere eenheden, die vooral korte snelle reizen zouden maken. Het nieuwe vaarplan bood in eerste instantie nog maar plaats aan een vijftal kustschepen en drie grotere kerkboten. Al in februari 1968 werd als eerste de Peperkust verkocht na slechts acht jaar dienst te hebben gedaan; hoewel rijkelijk lang voor een experiment.
Intern ging Nico st verkocht na slechts acht jaar dienst te hebben gedaan; hoewel rijkelijk lang voor een experiment.
Intern ging Nico Hansen zich uitsluitend met de afdeling conferences bezighouden (en dat voor alle V.N.S.-lijnen) en met de operations werd de heer Guurink belast als mijn directe Chef.
Intussen werd door de V.N.S. gebouwd aan een nieuw kan­toor in Rijswijk waarin zowel de Rotterdamse lijndiensten als de enige andere overgebleven Amsterdamse Holland-Afrika Lijn zou worden samengevoegd. Veel Amsterdammers begonnen naar woonruimte te zoeken in Rijswijk of althans in de buurt daar­van. De NS kreeg het verzoek de dienstregeling aan te passen aan de kantoortijden, die toen van beide partijen nog niet flexibel waren. Die nieuwbouw waar de V.N.S. zo trots op was is inmiddels alweer gesloopt, wie had op dat moment kunnen bevroeden dat het verblijf in Rijswijk van korte duur zou zijn?

waarom

WAAROM EEN ZEEMAN ?  

naar boven

 
01) Waarom ben je toch als zeeman
      wel een lid der maatschappij,
      doch door deze zelfde schare
      verdacht van piraterij.
03) Waarom moet je drinken, vloeken
      omdat het zo in boeken staat?
      Iedere landrot weet toch immers.
      hoe het bij ons volkje gaat.
05) Waarom gaan de heren schrijvers
      nooit een winterreisje mee,
      om zover hun maag het toelaat
      kijken hoe men leeft op zee
07) Waarom honing zoete liedjes
      Luid de ether in gestuurd.
      Om de wereld te vertellen,
      hoe een dappere vrouw haar man natuurt.
09) Waarom wil men niet begrijpen
      wat ons land betekenen zou,
      als wij er de brui aan gaven,
      en bleven thuis bij onze vrouw.
11) Waarom zegt diezelfde slijmerd
      als zijn dochter van trouwen spreekt
      het is een zeemans kindje,
      je weet nooit wat er achter steekt
13) Daarom ga ik nu besluiten
      met een woord van grote dank,
      aan hen die ond begrijpen.
      Onze ruggesteun aan de kant.
02) Waarom ben je respectabel
      en noemt men je een leuke vent.
      gaat men eensklaps cynisch kijken
      als je, je beroep kent.
04) Waarom gaat men hast nooit verder
      dan een terrasje op de boulevaar,
      en schrijft daar flinke zeeverhalen
      met een kop koffie en een sigaar.
06) Waarom spiegelt u heel Nederland
      ons leven voor zoals het niet is?
      Op het water noemt u ons stoere kerels,
      maar aan de wal dan gaan we mis.
08) Waarom met een stem gebroken.
      Haar herinneren aan haar smart.
      Het sentimentele vindt men prachtig
      Zij voelt het echter in haar hart.
10) Waarom pocht haast iedere landrot
      op naam der sleperij,
      Prachtig! Neerlands vlag over alle
      zeeën dankzij onze koopvaardij.
12) Waarom, waarom deze vragen
      terwijl het antwoord is bekend.
      Aan die hele kleine groep maar
      die ons lief heeft en verwend.
   
uitdaging

NIEUWE UITDAGING Theo Kuyper

naar boven


Onlangs trof mij de volgende tekst in een landelijk dagblad: ‘Nederlanders zijn dol op varen. Zij houden van boten en de zee. Moe van al het thuisgedoe gaan ze een Nieuwe Uitdaging aan en gaan scheep naar verre oorden en gouden stranden. ’Als oud-VNS’er vroeg ik mij af in welk verband de tekst stond. En jawel, met het in de vaart brengen van het nieuwe passagiersschip Zuiderdam van de HAL (85.000 ton, 286 m. lang en 54 m. hoog). De nieuwe uitdaging sloeg op iedere Nederlander van 3½ jaar en ouder, dus: Lui onderuit in mijn zetel, waar ik als rustend type veelal dagdromend wegmijmer, dacht ik: Hoe zag die nieuwe uitdaging er in de VNS-tijd uit? Daarbij kwam ik op onderstaande verschillen.


Zuiderdam 2002
 
VNS 1952
Op de Zuiderdam worden 1848 dol op varen zijnde Nederlanders vermaakt door 800 hotelmedewerkers en 62 artiesten. Wij vermaakten onszelf.
Alles wat aan reststoffen geproduceerd wordt, is na controle door een milieuofficier geschikt voor hergebruik. Wij hadden de kerrie-emmer en de bilpomp.
Het vaargebied is van Alaska, Virgin Islands en Half Moon Cay in de Caribean, het eiland waar van de HAL eigenaar is. Wij voeren tussen de Pee Gee en Dairen in Rood China.
De nachtclubs, disco’s, theaters, casino’s, kuuroorden en golfsimulatoren zijn trapsgewijs over de hele Zuiderdam aanwezig. Wij hadden de buitenbios op het luik van ruim vier.
Het Crew’s nest solarium ligt op het hoogste dek en biedt een panoramisch uitzicht op de dansvloer en de zee Wij hadden het schavotje en het poopdek.
Ten slotte: De hutaccommodatie en alle maaltijden zijn bij de prijs inbegrepen Dit gold ook voor VNS’ers, met aftrek van fiscaal loon in natura en de maandbrief.
   

De strekking van dit stukje is dat ‘Nieuwe Uitdagingen’ in een landelijk dagblad vaak met een korreltje zout moet worden genomen. In bovenstaand geval: veel zeezout wel te verstaan.

naar boven