In 1958 startte mijn loopbaan op de 2e verdieping van Westplein 14, afd. Inkoop.
Rekeningen controleren en kijken of er geen dubbele facturen door slopen. De
eerste maand ging het echter al fout. De heer Fabry dreigde met ontslag, maar de
oud- gezagvoerder en Inspecteur A.F. Disselkoen redde mijn situatie. Maar deze
persoon had in de Tweede Wereldoorlog voor ernstiger zaken gestaan. Uiteindelijk
mocht ik bestelorders typen met een carbonnetje ertussen. Nog later ging ik ook
de scheepsuitrusting bestellen. Laad-, hanger- en rammelblokken, laadrepen,
patentborgen, schenkels, branderplaatjes, pressennings, luiken, boven- en
onderwaterverf, gereedschap, enz., enz. Wat zit er al niet aan of op een
vrachtschip nietwaar. Al deze goederen werden afgeleverd in magazijn New Orleans
Rijnhaven, eerst bij Bootsman Mommers, later bij Bootsman Jaap Veenstra.
Ladingmateriaal, zoals sjordraad, hamburgers (jawel, zo heten die
spanschroeven), stuw- en garneermateriaal in de magazijnen van Bootsman Floor
Duijvenbode en Bootsman Jan Meinders. Jan was een zeer consciëntieus Bootsman,
die zelfs de kuiltjes sjordraad namat. Als hij op kantoor zijn verhaal kwam
doen, leek hij op de Bootsman die tijdens een storm zijn orders aan de matrozen
uitdeelde. Hij had als hobby ‘schiemannen’ en ik heb van hem nog een prachtig
werkstuk in huis; een keesie maken was voor hem kinderwerk.
Omstreeks 1965 verhuisden wij naar Parklaan 1. Groter, want de Amsterdamvloot
kwam erbij. Na het plotseling overlijden van de heer Fabry, nam de heer J.
(Koos) Groenendijk enkele maanden de leiding over en werd later opgevolgd door
M(Maarten) C. Hoek.
Na pensionering van kapitein Disselkoen werd Koos, zoals wij hem onderling
noemden, inspecteur. Ik wil hierbij vermelden, dat er een zeer gemoedelijke
sfeer op kantoor heerste, een ‘praatje pot’ tussen hoog en laag was normaal.
Alleen was het wel Willem, maar geen Koos en een foute koers werd door Maarten
gevolgd door de opmerking ‘kijk uit, pijpie’. In 1969 werd de heer Groenendijk
directeur en in 1970 directeur Nedlloyd. Vertrouwen, ja, bij afwezigheid van
mijn Chef tekende ik de bestelorders, die ik soms zelf had gemaakt. Fusie. Aan
boord van ons ms Randfontein maakten VNS, SMN en KRL met elkaar kennis onder het
genot van een drankje en een hapje koud buffet. Verbazing en ongeloof volgden,
toen de heer Groenendijk naar ons toeliep en vroeg: Willem, kun je al en beetje
wennen?
Een situatie bij de VNS normaal, maar voor de SMN en KRL was die afstand te
groot. Mijn naaste collega haalde dat later nog aan. Mijn nieuwe Chef (ex SMN)
had een andere toespraak. Hij heette ons welkom, verwachtte dat wij ons best
zouden doen en op corruptie en diefstal zou onmiddellijk ontslag volgen. Als
voorbeeld haalde hij aan, dat een havenarbeider onmiddellijk werd ontslagen toen
hij bij het ontschepen van proviand van het ms Oranje een kippetje in zijn
stikkezak had verborgen. Ik was gewaarschuwd en verbouwereerd! Staaldraden,
blokken verdwenen van de bestellijsten en werden vervangen door twistlocks,
stacking cones en bridge fittings. Containerschepen met 16 man aan boord, geen
sextant, maar satellietnavigatie. Geen Leen Versendaal of Floor Kuiper meer in
de pantry voor een bakkie. Mijn periode bij de Nedlloyd tot 1995 is een iets
ander verhaal, waarmee ik u niet lastig wil vallen. Het verschil wordt nu al
voelbaar. |