REISVERHALEN --> Allerlei bundels--> Nico Roskam |
De Sherrykuur |
Tijdens de dagelijkse besprekingen voor het middagmaal was dit “gewichtige”onderwerp een steeds vaker terugkerend discussiepunt. Vele oplossingen werden besproken tot zelf het afschaffen van de dagelijkse bespreking. Dit zou waarschijnlijk de beste oplossing geweest zijn, want naast het bier en de borrels was het daarbij altijd aanwezige hapje natuurlijk niet goed voor de lijn. Maar ja, deze besprekingen afschaffen kon natuurlijk niet, volgens de kapitein zou het waarschijnlijk de ondergang van de Annenkerk zijn. Gelukkig had de Hwtk, die met zijn gewicht totaal geen problemen had, sterker nog hij was aan de magere kant, een oplossing. In een van de oude Libelles, die altijd wel ergens op het schip te vinden waren, had hij gelezen dat voor het afslanken een sherrykuur wonderen deed. Met algemenen stemmen werd besloten dat dit de oplossing was. Omdat solidariteit in die tijd in de mode was besloot de hwtk met dit prachtige plan ook mee te doen. Voordat de Annenkerk in Kaapstad afmeerde werd met de hofmeester, hij was immers de expert, overlegd wat voor sherry het beste zou zijn. Hij kreeg de opdracht om voor ieder 12 flessen goede sherry te bestellen. De volgende morgen werden de flessen aan boord gebracht, zodat om 12 uur bij de bespreking, de sherrykuur kon aanvangen. Het bier, de borrel en de hapjes waren verleden tijd. Tijdens deze eerste kuur ontstond er echter een klein probleempje. De sherry was lekker van smaak en daar niemand wist, ook de Hwtk niet, die het artikel gelezen had, hoe zo’n sherrykuur gedaan moest worden, werd besloten dat vier sherry’tjes toch wel het minste was om de kuur tot een goed einde te brengen. Wel had de Hwtk onthouden dat je voor iedere maaltijd sherry moest drinken, dus werd voor het avondeten nog een kleine bespreking ingelast. Het gevolg was dat de besprekingen steeds vlotter, gezelliger en luidruchter verliepen, maar ook dat in de volgende haven de sherry op was. De hofmeester was echter wel genegen om wat sherry bij te bestellen. Omdat je van sherry toch altijd wel wat trek kreeg werd ook besloten om de hapjes maar weer in te voeren, want uit eindelijk moest de sherry zorgen dat je afviel. Of ze zich niet hielden aan de vier sherry’s per keer of zoals de 1e stuurman opperde dat de flessen kleiner waren geworden, ook deze flessen waren zo weer leeg. Dus in Durban nog maar wat flessen bij besteld. In Beira was ook deze voorraad alweer op. Voordat er echter een nieuwe voorraad besteld zou worden moest eerst maar eens gekeken worden of de kuur al resultaat gehad had. En ja hoor, de kapitein was vier kilo en de 1e stuurman zelfs vijf kilo aan gekomen. Toen echter bleek dat de Hwtk twee kilo lichter was geworden, besloten de kapitein en de 1e stuurman, hoewel het toch wel erg lekker was, maar met de sherrykuur te stoppen |
De papagaai |
De haven van Port Harcourt ligt aan de oostzijde van de rivier Bonny, maar omdat er geen plaats aan de kade was moest de Ivoorkust op de rivier ten anker gaan. Een pracht gelegenheid om voor de handelaren in hun zelf gemaakte houten bootjes hun handelswaar aan te prijzen. Je kon zo gek niet bedenken of het was te koop van zakkammetjes tot kleine kaaimannetjes. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de 2e wtk bezweek was voor de charmes van een mooi gekleurde pagaai. Na enig onderhandelen werd hij voor vijf pakjes sigaretten eigenaar van de rood-grijs gekleurde vogel en het bijbehorende kettingtje waar de pagaai mee vast zat. In zijn hut gekomen ontstond er meteen een probleem waar laat je een pagaai zonder kooi. Bovendien krijste de papagaai behoorlijk, zodat hij eigenlijk niet in een hut kon zijn. De 2e kreeg echter een goed idee, achter in de schroefastunnel was een kleine ruimte, die uitermate geschikt was om de papagaai een tijdelijk plaatsje te geven. Een stokje werd geplaatst waarop de pagaai neergezet werd, waarna hij triomfantelijk rond keek. De al flink kalende 2e vond dat hij het maar goed geregeld had en dat vertelde hij aan iedereen die maar eventjes wilde luisteren. Alle wtk’s waren het geklets over de papagaai na een paar dagen wel een beetje zat. Toen de Ivoorkust weer uit Port Harcourt vertrokken was, werd door de andere wtk’s besloten dat de 2e toch even te pakken moest worden genomen. Afgesproken werd dat als de Ivoorkust weer op zee was, vaker dan gewoon de schroefaslagers te controleren en meteen de papagaai te leren zeggen “kale, kale ” . En zo gebeurde het ook een keer of vijf per wacht werd geprobeerd de papagaai op zachte en met harde manieren de woorden te laten zeggen. Maar wat men ook deed bij aankomst in Amsterdam zei de papagaai nog steeds niets. Wel jammer, want het leek zo leuk als de papagaai tegen de 2e zou zeggen: “goedemorgen kale”. Toch ging het helemaal mis met de papagaai. Zoals bekend moet een papagaai bij aankomst ingeklaard worden en zelfs in quarantaine. Dit vond de 2e echter helemaal niet nodig. De papagaai werd in twee sokken verpakt en in een koffer gestopt. Toen de 2e van boord ging werd hij meteen door de douane aangesproken en moest de koffer openmaken. De papagaai die het toch al moeilijk had in de sokken werd meteen ontdekt. Blij krijsend werd hij door de douane bevrijd. Het resultaat was dat de papagaai in beslag werd genomen en de 2e een flinke boete kreeg. |
De gekramde jaap |
Plotseling was dit echter voorbij. De matroos verloor zijn evenwicht en viel naar beneden. De elektricien die voorover gebogen met zijn hoofd in de schakelkast zat, had hier niets van in de gaten totdat hij een gevoelige klap in zijn nek kreeg Gelukkig voor de matroos was hij boven op de elektricien terecht gekomen, hierdoor werd zijn val gebroken en hield hij, op wat schaafwonden en wat gevoelige plekken na, niets van de val over. Met de elektricien was dat anders, het gevolg van de klap in zijn nek was, dat zijn hoofd de schakelkast in schoot en tot stilstaand kwam tegen de net door hem gerepareerde contactvingers. Met een flinke snee en daardoor bloedend als het bekende rund kwam hij van het dekhuis af. Snel werd hij afgevoerd naar het hospitaaltje waar de 1e stuurman met enkele “verpleegkundige deskundigen” al klaar stond. Toen ze echter de toch wel flinke “jaap” in het hoofd van de elektricien zagen was het al snel over met de deskundigheid. Inmiddels was de 2e wtk ook het hospitaaltje binnen gekomen en zei: “Dit moet gekramd worden”. Dat leek de oplossing, maar niemand had zoiets ooit eerder gedaan. De 1e stuurman, die stage in een ziekenhuis had gelopen, zag het ook niet zo zitten. “Dan doe ik het wel”: zei de 2e wtk. Hij pakte een stukje papier en legde dat tegen elkaar en begon met een tang en wat krammen het papier aan elkaar te maken. Dat oefening baat, bleek ook nu, want na een poosje ging het hem aardig goed af. Er werd besloten om het nu maar op de elektricien uit te proberen. Ook dat lukte toch wel redelijk goed. Één voor één werden de krammen netjes naast elkaar op de wond gezet, totdat deze dicht was. Er werd een grote pleister opgeplakt, waarna de elektricien met een paar aspirientjes zijn kooi werd ingestuurd. De volgende dag zag men hem weer aan het werk bij de schakelkasten, er echter nu wel voor zorgend dat er niemand boven hem aan het werk was. In Adelaide is de elektricien voor controle nog even naar het ziekenhuis geweest. Volgens de arts zag het er goed uit, bovendien was de arts zeer te spreken op de wijze hoe de krammen er ingezet waren, dat had hij zelf niet beter kunnen doen. Later hoorde men de 2e wtk zeggen: “Het stelde allemaal niets voor of je nu krammen zet of zuigers moet trekken, vakmanschap verloochend zich nooit”. |
Het ideeënbusje |
|
Het vlag incident |
De kapitein had, kijkend (wat ziet een kapitein niet) door zijn patrijspoort, de beide schepen ook zien aankomen en belde naar de brug of de 3e stuurman ook zou gaan groeten. Toen het antwoord “nee”was, was de kapitein in een oogwenk op de brug. Hij zag al een rapport van de Duitse schepen naar de maatschappij gaan en als je dan in Rotterdam op het matje moest komen wist je maar nooit wat het resultaat was. Een Spaanse matroos werd met de Nederlandse driekleur naar het achterschip gestuurd om de vlag op te zetten. Alles gebeurde op de wijze zoals de 3e stuurman het op de zeevaartschool had geleerd, maar toen die weer terug kwam bleek toch dat er iets zeer belangrijks was fout gegaan. De matroos, nog maar pas aan boord van een Nederlands schip en dus nauwelijks wist hoe onze vlag er uitzag, had in zijn enthousiasme de vlag omgekeerd opgezet, dus met de blauwe kleur naar boven. De 3e stuurman had op school ook geleerd dat als een koopvaardij schip zich overgaf of door een oorlogsschip werd opgebracht het gebruikelijk was dat het zijn vlag streek of onderste boven hees. Een vlag onderste boven is dus een teken van overgave. Voor de 3e die niet wilde groeten was dit toch nog een leuke oplossing geworden. Hij zag in gedachten al die marinemensen, die op wacht waren, zoeken in het vlaggenboek uit welk land het schip toch kwam of nog erger hoe de Molenkerk opgebracht zou worden tussen de twee marineschepen. We zullen echter nooit weten hoe men op de oorlogsschepen deze speciale groet van de Molenkerk hebben verwerkt. Wel was duidelijk dat de kapitein minder gelukkig was, rood van boosheid zocht hij zijn hut op. |
De 10 tons takel |
Toen uit het vaarschema bleek dat de Ommenkerk een paar dagen in de haven van Durban zou liggen werd besloten de zuiger van cilinder 8 te trekken. Zaterdagmorgen om 7 uur lag de Ommenkerk keurig voor de kant. Er werd meteen begonnen met de 10 tons takel boven cilinder 8 ( hing natuurlijk boven cilinder 1) te hangen, zodat maandagmorgen direct met het trekken van de zuiger gestart kon worden.. De drie 2 tons takels werden opgehangen en alles leek goed te gaan. Toen echter de tweede takel werd gevierd brak de borg van de ketting en de haak met ketting viel naar beneden en daarmede ook de 2 tons takel die weer in deze haak hing. De voorman die er recht onder stond kreeg de takel op zijn rug, terwijl een handlanger de ketting en de haak op zijn hoofd kreeg. Het was even paniek. De handlanger zakte in elkaar, maar toen hij weer opstond bleek dat had hij gelukkig alleen maar een schrammetje op zijn voorhoofd had. De voorman had behoorlijke pijn aan zijn rug maar besloot meteen weer aan het werk te gaan. Dat moest ook wel vond hij zelf want hij had n.l. afgesproken dat hij s’middags naar de “horseraces” zou gaan en dat kon door zo klein voorvalletje toch niet over gaan. Om 12 uur was het karwei geklaard. Even later zagen we de voorman, nog steeds beetje krom lopend, toch samen met de bootsman de wal op gaan. Toen hij s´ avonds kwam vertellen dat hij ook nog flink had gewonnen met het wedden op de paarden was aan niets meer te zien dat hij s´morgens een takel op zijn rug had gekregen. Maandagmorgen stond hij weer enthousiast met een voorhamer op een slagsleutel te “beuken” om de moeren van het cilinderdeksel los te slaan. Een karwei wat volgens de magere maar wel gespierde voorman, het beste door hem zelf kon worden gedaan. De slimme wtk’s hebben hem altijd in die waan gelaten. |
De brommer van de pantryman |
Het brommertje was hier in Mombassa toch wel iets bijzonders. Één van de plaatselijke schoonheden, die in dit soort kroegen in alle maten en uitvoeringen aanwezig waren, kreeg hem zelfs zover dat, ze achter op de brommer een eindje mee mocht rijden. Onder luid gejuich vertrok het stel om een rondje te maken in het havengebied. Ze kwamen echter niet ver, want al gauw werden ze aangehouden door de politie. Volgens hen mocht je niet achter op een brommer mee rijden en dus was het resultaat een boete, die ze niet konden betalen en dus mee naar het bureau. Het “vriendinnetje” moest plaats nemen achter in de politieauto en de pantryman moest de politieauto volgen . Opeens zag de pantryman de 2e stuurman lopen. Hij riep: “Stuurman zin om mee te rijden”. De stuurman, die liever naar het schip gereden werd dan te gaan lopen, hapte meteen toe. Even later zat de stuurman achterop, echter niet voor lang, want toen had de politie in de gaten dat er weer iemand achter op de brommer zat. Het gevolg was dat de stuurman ook werd ingerekend en plaats mocht nemen naast het “vriendinnetje” van de pantryman. Op het bureau kwam men er achter dat ze alle drie werden opgesloten tot de boete, die overigens behoorlijk hoog was, betaald was. Zoveel geld hadden ze echter niet bij zich. Gelukkig had één van de collega’s, die ook in de kroeg aanwezig was, alles gezien. Natuurlijk eerst met veel plezier, maar toen hij hoorde dat er betaald moest worden werd dit wel minder. Omdat hij vond dat hij de 2e stuurman en de pantryman niet een nacht in de cel kon laten zitten is hij naar boord gegaan en heeft daar geld verzameld om hun “losgeld” te kunnen betalen. Opgelucht konden de 2e stuurman en de pantryman om tien uur s’avonds, met een ervaring rijker, het politiebureau verlaten. De volgende reis had de pantryman zijn brommertje maar thuis gelaten |
De vogel met de kromme snavel |
|
Aanvaring met potvis |
|
Uitlaatkleppen verwisselen |
|